'Waar er vrede heerst, valt de oorlogszuchtige man zichzelf aan' – Friedrich Nietsche

Het is 1989. Net voor de val van de Berlijnse muur wordt de wereld veilig gemaakt voor de nieuwe wereldorde.

Maar op de Theodore Roosevelt legerbasis net buiten Stuttgart in West-Duitsland ziet Ray Elwood (Joaquin Phoenix), specialist in het 317e bevoorradingsbataljon, zijn eigen koude oorlog witheet worden. Elwood is een beminnelijke schavuit die er in geslaagd is om in zijn legerdienst een bloeiend netwerk uit te bouwen op de zwarte markt, maar eerder uit een vorm van verveling dan uit ambitie.

Zijn officiële dagtaak vervult hij als bataljon-secretaris onder de onhandige maar meelevende commandant Wallace Berman (Ed Harris). Daarnaast heeft hij verschillende handeltjes weten uit te bouwen gaande van de verkoop van gestolen goederen tot het bereiden van heroïne voor Sergant Saad, de meedogenloze gezagsdrager van de Militaire Politie. Wanneer er een nieuwe topsergant (Scott Glenn) op de basis arriveert, die de opruimening van de basis als doel voor ogen heeft, denkt Elwood dat diens komst geen probleem vormt dat hij niet aankan. Zeker niet nadat hij zijn oog heeft laten vallen op diens dochter, de rebelse Robyn (Anna Paquin). Maar dat was zonder rekening te houden met Berman’s jaloerse vrouw, een krankzinnige Turkse drugdealer en de voor 5 miljoen dollar aan gestolen wapens die op het grondgebied aankwamen, en uiteraard, zonder de daaruit voortspruitende lust, verraad en moord.

Gebaseerd op de geprezen novelle van Robert O’connor is dit het tweede hoogst aangeschreven werk van de Australische regisseur Gregor Jordan, die reeds met zijn ‘Two Hands’ in 1999 een Australische Academy Award wist weg te kapen.