Al vanaf 1971 speelden THE NEW YORK DOLLS punk voordat er een woord voor bestond. De uitbundige mix van ruige glam-rock, cross-dressing en foute make-up bezorgde ze een fanatieke fan-schare en zou generaties musici beïnvloeden. Maar de band ging in 1977 ten onder aan drank, drugs en ruzie. Bassist Arthur 'Killer' Kane stapte uit de muziek (en uit het raam), vond God en werd bibliothecaris bij de Mormoonse kerk.

In 2004 nodigt Morrissey de nog levende leden van de Dolls uit om een reünieconcert te spelen op het Meltdown festival. Tot ieders verbazing is ook Killer Kane bereid op het podium te verschijnen. Kane heeft zich in feite nooit bij het heengaan van de band kunnen neerleggen.

In NEW YORK DOLL volgt Greg Whiteley de introverte bibliothecaris tijdens de soms pijnlijke, maar vooral aandoenlijke hereniging met zijn oude bandleden tot het concert in Londen en is hij getuige van de onthutsende gebeurtenissen die op het emotioneel geladen optreden volgen.