Max, Laura, Henk en Willie is een lichtvoetige zedenschets van het moderen leven in Amsterdam. De vijftigjarige drogist-apotheker Max is de oudste van de vier. Hij is de protége van meneer Gisbers, de oude duivenmelker, die boven bij hem op het dak wacht op de terugkeer van zijn favoriete duif en hij heeft een platonische relatie met de assistent röntgenoloog Laura, die waakt over zijn pijnlijke rug. Als Laura het uitmaakt met haar vriend begint voor haar een zoektocht naar woonruimte. Maar woonruimte is schaars in Amsterdam en daarom ziet zij zich gedwongen bij anderen in te trekken. Zo komt ze bij Max en ook bij Henk en Willie, een levenslustig koppel dat voorheen samen woonde, maar nu op het punt staat hun relatie definitief te verbreken. Met de wetenschap dat Willie bovendien de masseuse is van Max en de schilder Henk over doeltreffende versiederstallenten beschikt is een voedingsbodem geschapen voor over en weer opbloeiende verliefdheden, spontane hartstochten, jaloezie en verdachtmakingen. De carrousel van komische verwikkelingen lijkt niet te stuiten.